Posts tonen met het label natuurlijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuurlijk. Alle posts tonen

vrijdag 18 juni 2010

Over meeuwen en meer Zeeuwen in Zoutelande

Nummer acht van de Stormvogelhuisjes in Duinpark Het Kustlicht heeft een sauna en een bubbelbad, maar ook een terras en vijver met eenden, meerkoeten en meerdere eend- en meerkoetkinders die met hun flapperpoten op de tegels kletteren zodra daarop broodplukjes worden gegooid. Achter de schuifpui, het terras en de vijver leeft veel gras waarbovenuit soms een golfer verschijnt in roze lambswooltrui, witte broek en dito haardos. Na een weggetje en hoge duinen bereiken we het strandzand. Met schelpen, schommels, kwallen en zeewier, het plantje dat zijn bindmiddel schenkt aan shampoos, tandpasta's, ijsjes en vla.

We worden er rustig van. Wij van de Schoondermarks en twee verliefloofde eigenlijk-ook-al-familieleden worden rustig van de zee, de zon, de dieren die we ontmoeten in het weekend waarin we het 35-jarig huwelijk van mijn ouders vieren. In deze dagen raken onze zintuigen prettig geprikkeld en we denken aan Hans Dorrestijn die zo mooi ‘verrukkelijk visje’ zeggen kan.



Ik verander in een schelpenmeisje, M en ik in slakkenbeschermers. Slakken die het duinpad oversteken en daarmee het gevaar lopen te worden geplet door mountainbikewielen en ‘Naikie Eirmeks-schoenen’ lokken we in hun huisje en tillen we naar de overzijde. Als we niet weten wat de bestemming van het slakkebeest is - soms 'loopt' er een als wij, verticaal over het pad - helpen we ‘m op onze terugweg. Beiden twijfelen we bij eentje. Als we hem hebben overgezet, vragen we ons af of hij niet à la minute aan de retourreis beginnen wil. Zou een slak in zijn traagheid het doel van de reis wel overzien? Zijn zijn doelen het zich voortplanten, eten, slijmig wandelen en de weg meten? Zit er in zijn huisje een opgerold meetlint misschien?


Soms weten we niet wat we zien en… begrijpen we het pas als we beter kijken.
Soms weten we niet wat we horen en... zoeken het later op.
Mama meerkoet is niet zo stuntelig dat ze zich het eten laat afpakken. Ze neemt het brood expres zo scheef in haar bek, opdat ze het aan haar jongen kan oversnavelen.
Het zachte regenpijpgeluid bij de paaltjes aan het strand lijkt uit de kleine kalkpotjes te komen waarmee de paaltjes behangen zijn.



Zeepokken zijn het en ze kunnen zich ook op de huid van walvissen hechten of op een zeeschildpaddenschild. In de witgrijzige huisjes zitten kleine kreeften met zes paar ranke poten plus een piemel die tot twintig keer de lichaamslengte van het dier worden kan als de rankpotige een buurpokkie bevruchten wil. De pokken leven voornamelijk van plankton. Dit wapperen de poten, die onder water uit hun huisjes steken, efficiënt naar binnen.

Aaaah...
duinen, slakken, zeepokken, klaprozen, bubbels in 't bad en bubbels in 't glas, muziek in een achtertuin, fijne gesprekken tussen zeven mensen, ontroering, meeuwen en Zeeuwen…
IK HEB HEIMWEE!


vrijdag 9 januari 2009

Vorst(-elijke )vreugde

Mijn 2009 is niet begonnen zoals ik me had gewenst. Bijna had ik daarom dit jaar nog een tweede keer Nieuwjaar gevierd. Zoals ik eerder al eens deed toen de eerste dagen van het nieuwe jaar mij het eerste blije en uitbundige uur ervan in Amsterdam vlugger dan vlug hadden doen vergeten…

… Op 3 januari 2005 zette ik - klokslag 11 uur ’s avonds - een flesje Smirnov aan mijn lippen. Ik dacht aan de jeremiades van mijn Engelse vriend J die mij een vierdaags bezoek bracht in Nederland. Hij was erg ziek, maar gedroeg zich zodanig dat ik twijfelde of ik in zijn situatie genoeg verzachtende omstandigheid moest erkennen voor zijn pesthumeur. Ik stak een stokje sterretjes aan en draaide pirouettes op Body Movin’ van de Beastie Boys. Zo wijdde ik uiteindelijk met wild dansende benen en energiek zwaaiende armen mijn nieuwe jaar, 2005-II, in. Deel één ‘sucked big time’, maar deel twee zou ‘utterly breathtaking’ worden…

Vandaag besloot ik dat ik geen tweede deel van 2009 nodig had.
Vandaag zag ik de mooiste natuurlijke kleuren sinds die ene zinderende zomerdag in 2001 waarop ik even als enig levend wezen dreef in de Dode Zee.
Ik voelde me rijk. Mijn grijze gevoel vervangen door een kleurvol feestje.

Een uur fietsen bij min elf graden Celsius is geen straf wanneer je naast het onaangetaste wit van de inmiddels toch al enkele dagen oude sneeuw ook twee andere wittinten ziet (die van de rijp op bomen in de verte en die van de rijp op boomtakken in de onmiddellijke nabijheid) én een eenmalig diep lichtblauw (dat niet bij het nachtelijke donker lijkt te horen, maar ook niet past bij ontwakend ochtendlicht).
En…
een uur terugtrappen bij min vier is een makkie als je verwend wordt met een laaghangende zon die de sneeuw doet glinsteren als geslepen diamant, met "rijpregen" van de bomen die lijkt op strooi-kokossnippers en een plotseling tevoorschijn komend roodborstje tussen de boerderijen op mijn landelijke, stille geboortegrond.

Hopelijk is het morgenvroeg weer zo verrukkelijk op de fiets.
Zonder werkdoel en vanaf acht zullen mama en ik fietsen dat het een lieve lust is.
Tot negen.
Niet langer.
Mijn moeder drinkt haar zaterdagse koffie om half tien bij Annie.

Oude gebruiken, nieuwe krachten & frisse perspectieven:
2009 deel één-en-enig, HIER BEN IK!