zondag 22 februari 2009

NIET MEER VRIJEN MET JOU!!

Nog niet zo lang geleden ontwaakte ik bijna vaste prik met het gekwaak van de eenden in de Vecht. Op doordeweekse studiedagen drongen vervolgens de mensenstemmen door van radiomaker Rob Trip en “filiaalhouder” Marcel Oosten en dan was er nog de met veel kabaal gepaard gaande luide stem van mijn huisgenote A. In Twente klinken de eerste ochtendgeluiden op werkdagen anders. Niet alleen hebben de stemmen van mijn naasten hier een beschaafder volume en is er rondom het huis op zijn hoogst één verdwaalde badeend te vinden, ook is de radio afgestemd op een andere zender. Radio 1 is verruild voor Radio Oost. Daar is niks mis mee: ik ontbijt graag met regioradio in mijn oorschelp. Bert van Losser presenteert prettig en professioneel zijn programma Klaarwakker en de energieke weerman Ton ten Hove weet precies wanneer ik me in mijn regenpak moet hullen of pleisters mee moet brengen omdat gladheid schaafwonden kan opleveren. Alleen de muziek… die is a-bo-mi-na-bel! Als je pech hebt dan bestaat de afspeellijst van de 30 minuten die jij aanhoort zomaar uit: Laura van Jan Smit, Jacqueline van Geert Leurink en I will survive in de versie van de Hermes House Band. Of… luister je zoals ik op dinsdag rond tien voor half acht bijna vier minuten lang naar ene Antje, die zeer getalenteerd moet zijn maar ondertussen de grootste lelijkheid uitkraamt in haar lied Vrijen met jou.
Nee! Als ík het in dit huis voor het zeggen had, dan zou ik me niet opnieuw laten kwellen door gebrekkige liedverzen als: “Jij weet als geen ander hoe of je mij kan laten smelten onder jouw handen. Jij weet als geen ander ik ben bij jou zo zacht als was omdat jij mij door en door kent” en een refrein als: “Ik wil de hele nacht wel vrijen met jou want als er één is die ik dat toevertrouw dan ben jij dat, ooo ik hou zo van jou. Ik wil de hele nacht jou om me heen en van boven tot onder van top tot teen van je houden, de hele lange nacht”. Veel liever dan dat zette ik een ceedeetje op van Yann Tiersen. Mét het risico dat ik - in het uitzonderlijke geval dat de Klaarwakkermannen op een gezegend moment zouden verzinnen dat ze vandaag muziek willen laten horen die de mens vrolijk de dag inbrengt - het très geniale Non, non, rien n'a changé van Les Poppys missen zou. Tja, so B it, zou ik zeggen.

zondag 8 februari 2009

Zoals je aan hun boeken ziet, is de ene mens de andere niet

Er bestaan mensen voor wie boeken het mooist zijn als ze er als nieuw uitzien én mensen die het fijn vinden dat aan een boek te zien valt dat het goed en grondig is gelezen. Van het laatste type ben ik de duidelijkste representant die ik in 29 jaar mij-zijn heb leren kennen. De marges in mijn studieboeken zijn niet zelden te klein geweest voor mijn tegenwerpingen, vragen, lofprijzen en opgemerkte overeenkomsten met sprookjes of bordspelen. In de meeste van mijn leesboeken staan correcties van spelfouten, “grmbls” en ja’s met uitroepteken, soms voorafgegaan door een briefje van een vriend(-in), enkele woorden of een handtekening van de auteur, een extra pentekening van een illustrator. Steeds frequenter werk ik met opzettelijk gevouwen ezelsoren en beschrijf ik mijn boeken met pen, mij bewust van de snelle vervaging van potloodstrepen. “Als ik zo blij ben met glossen van middeleeuwers, zouden toekomstige lezers dit dan niet evenzo zijn met de marginalia van bibliofielen uit de twintigste eeuw?” denk ik vaak.

Vandaar ben
ik vandaag
begonnen met een boekenweggeefactie. Ik wil meer mensen laten schrijven in boeken.
Een tweede reden voor mijn campagne is dat er geen 1400 boeken passen op een etage die geschikt is voor twee mensen en hun bezittingen (met in de zomertijd daarbovenop nog een hele bups muggen die zichzelf bij ons zullen uitnodigen).
Ten minste twee dozen met voornamelijk bij de bieb afgeschreven boeken, maar ook met boeken waarmee ik een niet (meer) zo sterke band voel, verschenk ik zonder al te veel centjes pijn.

Misschien kom ook jij - vlug via mij dan wel later via via - een heus actieboek tegen. Op de achterzijde van de kaft, op het schutblad of de Franse pagina heb ik een sticker geplakt met de volgende tekst:

Dit bundeltje betypt papier is een doorgeefboek.
Hoe ver het reizen zal is aan de lezer.
Als je het het bewaren waard vindt, dan zet je het in je boekenkast.
Lijkt het je niets of denk je dat het een ander blijer maakt,
dan geef je het aan een vriend of kennis,
aan een onbekende op straat of in de trein.
Het is leuk als je voor in dit boek je naam schrijft
en de datum dat je het uitlas.
Nog fijner is het als je er je commentaar bij geeft.
Het algemene eindoordeel voorin,
je mening over een passage, een enkele zin of een woord
naast die betreffende passage, die enkele zin, dat ene woord.

Lectori salutem!
Karellientje, februari 2009