Lieve Vriend,
Ik heb geen idee op welk continent je nu woont en werkt, maar ik denk vaak aan je. Soms zie ik je weer zitten met een van je over de wereld verspreid liggende gitaren, terwijl je liedjes improviseert voor je medekibboetsvrijwilligers - dat over mij ging ook over koeien, weet je nog? Of je danst op een strand vlak bij Libanon en doet dit zeker zo goed als de professionele dansdames tegenover je, ingehuurd om op 't salsafeestje flink te wiebelebipsen in Riocarnavalspakjes met fraaie veren.
Het vaakst denk ik terug aan die keer dat ik getroost moest worden omdat het vele landen van mij vandaan regende in mensen die ik altijd liefhebben zal. Het stevig omarmen van een boom zou me helpen zei je. Ik had dit waarschijnlijk niet geloofd als het van een sprietige en bleke Nederlander gekomen was, maar jij (voor-)voelt goede energie en krachten en ook slechte (ik weet nog dat ik op twaalf september 2001 uit Tel Aviv terugkwam naar Nahariya en jij er aangeslagen uitzag toen je mij vertelde dat je je voordat je van de gebeurtenissen in de VS vernomen had, plots zo ellendig had gevoeld).
Ha, hoe je kunt wegdromen tussen de alinea’s in! Even was ik terug bij de bemoedigende boom en voelde ik me opnieuw opgelucht, maar nu duikt een verdrietige herinnering op en rimpelt mijn gedachtestroom. Ik denk aan mijn envelop die een paar jaar na onze eerste ontmoeting in Israël en een paar maanden na de tweede in Nederland, uit Denemarken naar mij terugkwam met daarop een boodschap van een postbode en een sticker met een kruisje voor ‘er flyttet’. Je was vertrokken en lange tijd wist ik niet waar naartoe, tot je e-mail een half jaar later.
Ja, mi Amigo, als ik aan kwijte mensen denk dan denk ik dikwijls aan jou.
Ook aan een bijzondere oom trouwens, die nooit kwijt is geweest, maar gemakkelijk zoek had kunnen raken in de lange jaren dat hij geen telefoon had, geen nabije vrienden, geen collega’s. Mijn moeder werd zenuwachtig als haar brief voor haar gevoel te lang onbeantwoord bleef.
Laatst was ik zonder familielid of vriend(-in) alleen op een crematie. Ik heb in mijn leven al van alles in mijn eentje gedaan, maar alleen naar een crematie gaan was daar niet bij.
Ik voelde me ongemakkelijk in de kerk; ik was vergeten geld mee te nemen voor de collecte. Toen ik dit als een bang, klein meisje in het oor van de collectant fluisterde, antwoordde hij: ‘Maar daarvoor ben je aan mij geen verantwoording schuldig hoor!’ waarbij hij van het kleine woordje ‘mij’ een reus maakte door zijn beklemtoning. Ietwat ongemakkelijk voelde ik me ook toen bleek dat ik als een van de weinigen geen kerklid was en het lichaam van Jezus niet wilde opsabbelen, toen er buiten mij slechts één mensbaksel was dat niet met een vierwieler naar het crematorium ging én toen ik (als enige?) om meerdere flauwe grappen van de pastoor niet lachen kon (hoewel ik het verfrissend en bij de overledene passend had gevonden dat de zielenherder in de kerk het scoutingliedje ‘Pak al je zorgen in je plunjezak en fluit, fluit, fluit’ zong). Maar, lieve Vriend, het allerongemakkelijkst voelde ik me toen ik nadacht over de kaart die nog op mijn bureau lag. Het was een Sinterklaaskaart die ik op Valentijnsdag had geschreven aan de 77-jarige W die ik vorig jaar een paar maanden lang hielp bij het schoonmaken van de boerderij waarop hij met mevrouw A woonde, meneer grapjas W die nu door houten wanden omsloten was. Op de kaart stond, onder andere, dat ik binnenkort voor de tweede keer op bezoek zou komen in de hoge flat waar er goed voor hem werd gezorgd.
'P.S. Het is dan wel geen Sinterklaastijd, maar ik hoop dat u van de aanblik van de goedheiligman net zo blij wordt als ik ben wanneer ik de Sint zie…'
Het adres stond erop,
de postzegel was geplakt
en zo bleef de kaart meer dan een week op mijn schrijftafel liggen.
Tot meneer W haar niet meer lezen kon.
Twee geschreven maar nooit ontvangen poststukken liggen voor me. Het ene is voor een man met wie ik niet meer praten kan, het andere voor een goede vriend die eens erg zoek was, zich toen liet vinden en nu… toch alweer veel te lang en veel te veel kwijt is.
Ik hoop dat onze wegen elkaar snel weer kruisen
en wij elkaar weer nieuwe verhalen vertellen zullen.
Carlien
Posts tonen met het label post. Alle posts tonen
Posts tonen met het label post. Alle posts tonen
zaterdag 1 mei 2010
woensdag 14 april 2010
Komt een dokter door de brievenbus…
Als het mij niet zelf was overkomen, dan had ik het moeilijk gevonden om te geloven:
vorige week kwam er een dokter door mijn brievenbus.
Een chique heer was het, met een witte hoed, zo’n man van wie je op het eerste moment denkt dat hij een essayist is, een beeldhouwer met naaktspecialisatie, wellicht ook een hoogleraar moderne letterkunde. Hij kwam in de vorm van een persoonlijke postzegel en landde met zijn snoet - zonder een spatje bloed - op de rubberen deurmat.
Boven op de bank, in mijn slaapzak, las ik op de achterkant van de envelop het adres van de dokterspraktijk waar ik me na mijn verhuizing had ingeschreven. Erboven stond een mij onbekende achternaam naast het woord ‘Arts’. Vol belangstelling opende ik de brief. Ik was een beetje grieperig en benieuwd of de dokter van deze post dit goed had aangevoeld en in de envelop misschien zijn nieuwste uitvinding anti-flu patches had bijgevoegd. Helaas, de brief was onpersoonlijker dan een Tupperware-bakje vol kikkerdril. Ik werd uitgenodigd om afscheid te nemen van mijn oude dokter en meteen kennis te maken met de nieuwe. “Haha,” lachte ik in het bijzijn van mijn vriend, “haha, ik ken de nieuwe dokter met zijn postzegel nu al beter dan ik de oude kende. In een jaar tijd hoefde ik nooit voorbij de assistentes.”
Stilletjes las ik verder… De receptie vindt plaats op 24 april 2010. Van 12.00 tot 15.00 uur voor achternamen die beginnen met
A t/m K en van 15.00 tot 17.00 uur voor achternamen die beginnen van L t/m Z.
Ik was niet zo ziek dat ik ijlde, beste lezers, maar wel zag ik dwaze filmpjes voor mijn ogen. Het eerste was van een meneer die zichzelf een groot geel naambord opspeldde waarop ‘Dhr. ABCDEFGHIJKelzenbeek’ getypt stond. Ietwat beteuterd keek hij om zich heen. Hij vond het niet prettig om als eerste op het feestje te zijn. Het tweede filmpje gaf me een ruilbeursgevoel. Ik zag hoe een jonge vrouw een andere jonge vrouw vriendelijk op haar schouder klopte en zei: “Heeij Malika! Jij bent toch een Öztürk, nietwaar? Kun jij misschien naar het eerste deel van het doktersfeest, zodat ik naar het tweede kan? Ik moet namelijk om half twee naar de tandarts. Zou dat lukken denk je? Ja, eigenlijk ben je een dikke bofkont: je mag nu een heel uur langer feestvieren!”.
De brief gaf me plezier, lol tussen drie niesbuien en een kuch, maar…
toen las ik de allerlaatste regel:
Kadotip voor Dr [X. Oudedokter]: een bijdrage voor een reis naar familie in Hongkong en Australië.
Ik zweeg en fronste mij in diepe rimpels. Misschien vreesde de oude of nieuwe dokter voor cd’s van Lee Towers, voor vensterbankclowntjes, stillevens in gouden lijsten of een oerwoud aan orchideeën als geschenk aan de vertrekkende dokter. Misschien ook was de bijna ex-huisarts bang dat hij de mogelijk te ontvangen kilo’s Belgische pralines niet zou kunnen weerstaan en zich op zijn eerste vrije dag een bierbuik zou vreten die hij er nooit meer af zou kunnen trainen. Hoe het ook zij, ik vond deze zin niet netjes. Als jij rijk bent, moet er door jou of mederijkelingen niet over presentjes aan jou gerept worden. Mensen moeten iemand kunnen bedanken door hun aanwezigheid, een vriendelijk woord in een oor of op een kaart, zonder zich druk te hoeven maken over de omvang van een cadeau voor een man met een huis waarin het jouwe minimaal vier keer past.
Geen dokter aan mijn lijf die dit niet snapt.
Ik moest maar eens op zoek naar een andere arts.
vorige week kwam er een dokter door mijn brievenbus.
Een chique heer was het, met een witte hoed, zo’n man van wie je op het eerste moment denkt dat hij een essayist is, een beeldhouwer met naaktspecialisatie, wellicht ook een hoogleraar moderne letterkunde. Hij kwam in de vorm van een persoonlijke postzegel en landde met zijn snoet - zonder een spatje bloed - op de rubberen deurmat.
Boven op de bank, in mijn slaapzak, las ik op de achterkant van de envelop het adres van de dokterspraktijk waar ik me na mijn verhuizing had ingeschreven. Erboven stond een mij onbekende achternaam naast het woord ‘Arts’. Vol belangstelling opende ik de brief. Ik was een beetje grieperig en benieuwd of de dokter van deze post dit goed had aangevoeld en in de envelop misschien zijn nieuwste uitvinding anti-flu patches had bijgevoegd. Helaas, de brief was onpersoonlijker dan een Tupperware-bakje vol kikkerdril. Ik werd uitgenodigd om afscheid te nemen van mijn oude dokter en meteen kennis te maken met de nieuwe. “Haha,” lachte ik in het bijzijn van mijn vriend, “haha, ik ken de nieuwe dokter met zijn postzegel nu al beter dan ik de oude kende. In een jaar tijd hoefde ik nooit voorbij de assistentes.”
Stilletjes las ik verder… De receptie vindt plaats op 24 april 2010. Van 12.00 tot 15.00 uur voor achternamen die beginnen met
A t/m K en van 15.00 tot 17.00 uur voor achternamen die beginnen van L t/m Z.
Ik was niet zo ziek dat ik ijlde, beste lezers, maar wel zag ik dwaze filmpjes voor mijn ogen. Het eerste was van een meneer die zichzelf een groot geel naambord opspeldde waarop ‘Dhr. ABCDEFGHIJKelzenbeek’ getypt stond. Ietwat beteuterd keek hij om zich heen. Hij vond het niet prettig om als eerste op het feestje te zijn. Het tweede filmpje gaf me een ruilbeursgevoel. Ik zag hoe een jonge vrouw een andere jonge vrouw vriendelijk op haar schouder klopte en zei: “Heeij Malika! Jij bent toch een Öztürk, nietwaar? Kun jij misschien naar het eerste deel van het doktersfeest, zodat ik naar het tweede kan? Ik moet namelijk om half twee naar de tandarts. Zou dat lukken denk je? Ja, eigenlijk ben je een dikke bofkont: je mag nu een heel uur langer feestvieren!”.
De brief gaf me plezier, lol tussen drie niesbuien en een kuch, maar…
toen las ik de allerlaatste regel:
Kadotip voor Dr [X. Oudedokter]: een bijdrage voor een reis naar familie in Hongkong en Australië.
Ik zweeg en fronste mij in diepe rimpels. Misschien vreesde de oude of nieuwe dokter voor cd’s van Lee Towers, voor vensterbankclowntjes, stillevens in gouden lijsten of een oerwoud aan orchideeën als geschenk aan de vertrekkende dokter. Misschien ook was de bijna ex-huisarts bang dat hij de mogelijk te ontvangen kilo’s Belgische pralines niet zou kunnen weerstaan en zich op zijn eerste vrije dag een bierbuik zou vreten die hij er nooit meer af zou kunnen trainen. Hoe het ook zij, ik vond deze zin niet netjes. Als jij rijk bent, moet er door jou of mederijkelingen niet over presentjes aan jou gerept worden. Mensen moeten iemand kunnen bedanken door hun aanwezigheid, een vriendelijk woord in een oor of op een kaart, zonder zich druk te hoeven maken over de omvang van een cadeau voor een man met een huis waarin het jouwe minimaal vier keer past.
Geen dokter aan mijn lijf die dit niet snapt.
Ik moest maar eens op zoek naar een andere arts.
zondag 28 juni 2009
Uit de oude doos (19 zondagen geleden geschreven)
Vandaag is het zondag-mijmerdag. Ik blader door hele stapels post die ik niet zo lang geleden zomaar terugvond. De brieven die ik als basisschoolkind ontving van vakantievriendinnetjes, (oud-)klasgenootjes en kinderen van kennissen.
Een enkele brief begint origineel…
[TIP: geef één linkermuisklik op de tekst om 'm te vergroten, ga weer terug via "Vorige"]




Een enkele brief begint origineel…
[TIP: geef één linkermuisklik op de tekst om 'm te vergroten, ga weer terug via "Vorige"]

de meeste echter, vangen aan met de standaardvraag en het dito antwoord:

"Zal het ‘Met mij is alles goed’ ook nu nog uit de vingers van mijn ex-penvrienden in hun computers rollen?” vraag ik me af.
Maar dat terzijde.
Mijn penvriendinnen van weleer zijn geen mailmaatjes van nu: met geen van hen ben ik de laatste veertien jaar nog in contact geweest. Toch denk ik te kunnen voorspellen dat ten minste één van hen niet nooddruftig zal zijn. Kleine durfal-in-het-herhaald-vragen-om-gunsten A is vast een vermogende handelaarster geworden…
Maar dat terzijde.
Mijn penvriendinnen van weleer zijn geen mailmaatjes van nu: met geen van hen ben ik de laatste veertien jaar nog in contact geweest. Toch denk ik te kunnen voorspellen dat ten minste één van hen niet nooddruftig zal zijn. Kleine durfal-in-het-herhaald-vragen-om-gunsten A is vast een vermogende handelaarster geworden…


Nu ja, misschien zit A ook in de fondsenwerving of is ze marktverkoopster van ‘hele pakken tulpen voor een prikkie’ of ‘hemelse haring, vijf voor zes daalders’.
Ik zal eens wat gaan googelen. Wellicht kunnen we onze band herstellen en kan ik A om geld vragen, want… dat spaar ik (althans dat is de bedoeling; helaas wil het nog niet zo vlotten met de verzameling op mijn bankrekening)!
Ik zal eens wat gaan googelen. Wellicht kunnen we onze band herstellen en kan ik A om geld vragen, want… dat spaar ik (althans dat is de bedoeling; helaas wil het nog niet zo vlotten met de verzameling op mijn bankrekening)!
vrijdag 5 juni 2009
Rotterdam, de dag na de Europese verkiezingen in Nederland
Lieve Ramsey Nasr,
Ik ben een beetje bang voor de enge blonde man. Hij hoopt premier te worden en dit is een van mijn grootste nachtmerries.
Ik bedacht daarom zojuist een plan, met
heuse,
serieuze
stappen.
Het plan gaat zo, ik heb het opgeschreven:
Ik bedacht daarom zojuist een plan, met
heuse,
serieuze
stappen.
Het plan gaat zo, ik heb het opgeschreven:
Stappen in Nederland vind ik beter dan weglopen naar landen zonder enge blonde man.
Wat vind jij van dit al, o dichter en denker?
Wat vind jij van dit al, o dichter en denker?
Een (tijdelijk) bewolkt groeteke van de Carlien wier stemming flink is gedaald op de avond na haar stemming gisterochtend reeds voor achten
zondag 17 mei 2009
donderdag 7 mei 2009
Overdinkel, 11/12/08
Beste Jezus,
Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het heel wel, bij vlagen welletjes en soms ook: minder.
[ U vindt het toch niet erg wanneer ik u tutoyeer? Bij vriendelijke mensen vliegen de ‘jij’-s me vaak de mond of pen uit zonder dat ik er erg in heb. Ook bij legendarische mensen die hoge posities bekleden. En ach, wij schelen in leeftijd nog maar verrekte weinig, al word ik nog steeds gemiddeld acht jaar jonger geschat dan ik ben en zal ik - als ik zo doorga - pas 33 lijken als ik mijn veertiger jaren al heb bereikt. Maar goed, over leeftijden wil ik mijn brief niet laten gaan. Wel over het feliciteren van mensen als ze jarig zijn.]
Ik heb namelijk een dilemma. Ik houd ervan attent te zijn en mensen te verrassen met een verjaardagskaartje, tegelijkertijd echter hecht ik grote waarde aan originele woorden die een zekere mate van creativiteit in zich waarborgen. Ik weet dat wanhopen zondig is, dus wanhoop ik niet. Maar een beetje radeloos ben ik inmiddels toch wel. Waarom bestaat er zo weinig variatie op ‘gefeliciteerd’? Ik gruwel van ‘proficiat’, vind ‘van harte’ te onvolledig en ‘gefeliciflapsitaart’ meer iets voor zogenaamd grappige ooms. Natuurlijk kan ik de stereotiepe gelukswens omzeilen door de combinatie van menig ‘Hiep hiep hoera’ (of: 'frèh, frèh!' in het Japans) met allerlei blijde woorden. Of door uit te wijken naar het Engels en Duits. Net als het citeren van verjaardagsliedteksten zijn dit evenwel niet DE oplossingen.
Ik neem aan dat jij, Jezus, in de hemel zoveel tijd hebt gehad dat je niet alleen het Aramees machtig bent, maar in alle wereldtalen een woordje kunt meepraten. Wat is nu naar jouw mening - en met al deze talenkennis op zak - de beste, fijnste, mooiste, meest affe manier om iemand geluk te wensen met zijn geboortedag? Je zou me reuze helpen met het doorgeven van een top tien (van wensen met hun vertaling in het Engels of Nederlands). Als jij mij dit lijstje geeft, dan zorg ik dat jou op je verjaardag een zelfgemaakte kaart bereikt met jouw favoriete tekst én mijn eigen beste wensen. Wat denk je? Hebben wij een deal? Als het nodig is zal ik ook vaker aardig zijn tegen de mensen en proberen meer in je te geloven!
Een zonnig groeteke van Carlien
Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het heel wel, bij vlagen welletjes en soms ook: minder.
[ U vindt het toch niet erg wanneer ik u tutoyeer? Bij vriendelijke mensen vliegen de ‘jij’-s me vaak de mond of pen uit zonder dat ik er erg in heb. Ook bij legendarische mensen die hoge posities bekleden. En ach, wij schelen in leeftijd nog maar verrekte weinig, al word ik nog steeds gemiddeld acht jaar jonger geschat dan ik ben en zal ik - als ik zo doorga - pas 33 lijken als ik mijn veertiger jaren al heb bereikt. Maar goed, over leeftijden wil ik mijn brief niet laten gaan. Wel over het feliciteren van mensen als ze jarig zijn.]
Ik heb namelijk een dilemma. Ik houd ervan attent te zijn en mensen te verrassen met een verjaardagskaartje, tegelijkertijd echter hecht ik grote waarde aan originele woorden die een zekere mate van creativiteit in zich waarborgen. Ik weet dat wanhopen zondig is, dus wanhoop ik niet. Maar een beetje radeloos ben ik inmiddels toch wel. Waarom bestaat er zo weinig variatie op ‘gefeliciteerd’? Ik gruwel van ‘proficiat’, vind ‘van harte’ te onvolledig en ‘gefeliciflapsitaart’ meer iets voor zogenaamd grappige ooms. Natuurlijk kan ik de stereotiepe gelukswens omzeilen door de combinatie van menig ‘Hiep hiep hoera’ (of: 'frèh, frèh!' in het Japans) met allerlei blijde woorden. Of door uit te wijken naar het Engels en Duits. Net als het citeren van verjaardagsliedteksten zijn dit evenwel niet DE oplossingen.
Ik neem aan dat jij, Jezus, in de hemel zoveel tijd hebt gehad dat je niet alleen het Aramees machtig bent, maar in alle wereldtalen een woordje kunt meepraten. Wat is nu naar jouw mening - en met al deze talenkennis op zak - de beste, fijnste, mooiste, meest affe manier om iemand geluk te wensen met zijn geboortedag? Je zou me reuze helpen met het doorgeven van een top tien (van wensen met hun vertaling in het Engels of Nederlands). Als jij mij dit lijstje geeft, dan zorg ik dat jou op je verjaardag een zelfgemaakte kaart bereikt met jouw favoriete tekst én mijn eigen beste wensen. Wat denk je? Hebben wij een deal? Als het nodig is zal ik ook vaker aardig zijn tegen de mensen en proberen meer in je te geloven!
Een zonnig groeteke van Carlien
Abonneren op:
Posts (Atom)