Posts tonen met het label op straat. Alle posts tonen
Posts tonen met het label op straat. Alle posts tonen

dinsdag 28 januari 2014

Oude en nieuwe beroepen

Ik wilde al van alles zijn: juf, boswachter, boomchirurg, presentatrice van het Jeugdjournaal, etaleur... 
Dit laatste beroep lijkt al een tijd niet meer te bestaan. 
Als bewijs twee foto’s, geschoten in Rotterdam zo’n anderhalf jaar geleden.









Ook op redigeerwerk voor bedrijfsramen wordt bezuinigd.



















Mocht ik werkloos raken, dan moet ik misschien maar raammeisje worden, 
raammeisje in de positieve zin van het woord, dat dan graag wel.

woensdag 10 maart 2010

Het kan in alle seizoenen zomaar zomer zijn

Als een softieijsje bij dertig graden smelt ik wanneer een man op twee stoeptegels - redelijk vlakbij en ergens tegenover mij - zijn beide ogen even toeknijpt en dan weer opent, waarna een voorzichtige glimlach de breedte in bloeit. Vooral bij jonge vaders en stokoude grootpapa’s is er dan geen houwen meer aan.

woensdag 24 februari 2010

Verkeerd schaatsen en fout fietsen

Ook ik kende een moment waarop ik niet wist welke kant ik op moest.
Ook ik kende een moment waarop ik verkeerd reed.
Gelukkig voor mij was mijn publiek kleiner dan dat van Sven Kramer en Gerard Kemkers.

Hoe het aanving…
Ik zat op mijn fiets en bedacht dat het misschien wel fijn was om koekjes thuis te hebben. Zou ik nog even langs de Turkse supermarkt rijden voor een minirolletje met chocolade- of bananenvulling? Zou ik hiervoor meteen links afslaan met het gevaar in mijn up tegen een hele horde moeders en schoolkinderen in te moeten - het was rond half vier - of nog even rechtdoor gaan en dan waarschijnlijk lang op een oversteekmogelijkheid wachten vanwege een kleine autokaravaan? Rechts was ook een optie, rechtstreeks naar een warm huis zonder de drukte van mensen op of in vervoermiddelen.

Links, rechtdoor, rechts, links, rechtdoor, rechts?
Mijn hoofd bewoog heen en weer.

Wat ik koos?
Ik koos niet, dat wil zeggen niet op tijd. Maint joe, ik had meer dan ‘a split second’ om te kiezen, mijn tempo namelijk had ik tot stapvoets vertraagd.
Wat ik wel deed?
Ik fietste tegen een halfmenshoog rood-wit-gestreept paaltje in het midden van het fietspad en… deed dit buitengewoon langzaam.
Dit had vast niemand gezien toch?
Twee pubermeiden achter mij gniffelden. [OEI]
En ik?
Ik keek beteuterd naar ze, toonde een flauwe lach en vertelde ze dat ik aan het denken was geweest. [OEIOEIOEJOJOEI].