Ook ik kende een moment waarop ik niet wist welke kant ik op moest.Ook ik kende een moment waarop ik verkeerd reed. Gelukkig voor mij was mijn publiek kleiner dan dat van Sven Kramer en Gerard Kemkers.Hoe het aanving…Ik zat op mijn fiets en bedacht dat het misschien wel fijn was om koekjes thuis te hebben. Zou ik nog even langs de Turkse supermarkt rijden voor een minirolletje met chocolade- of bananenvulling? Zou ik hiervoor meteen links afslaan met het gevaar in mijn up tegen een hele horde moeders en schoolkinderen in te moeten - het was rond half vier - of nog even rechtdoor gaan en dan waarschijnlijk lang op een oversteekmogelijkheid wachten vanwege een kleine autokaravaan? Rechts was ook een optie, rechtstreeks naar een warm huis zonder de drukte van mensen op of in vervoermiddelen.
Links, rechtdoor, rechts, links, rechtdoor, rechts?Mijn hoofd bewoog heen en weer.
Wat ik koos?Ik koos niet, dat wil zeggen niet op tijd. Maint joe,
ik had meer dan ‘a split second’ om te kiezen, mijn tempo namelijk had ik tot stapvoets vertraagd.
Wat ik wel deed?Ik fietste tegen een halfmenshoog rood-wit-gestreept paaltje in het midden van het fietspad en… deed dit buitengewoon langzaam.
Dit had vast niemand gezien toch?Twee pubermeiden achter mij gniffelden. [OEI]
En ik?Ik keek beteuterd naar ze, toonde een flauwe lach en vertelde ze dat ik aan het denken was geweest. [OEIOEIOEJOJOEI].