zaterdag 25 april 2009

Het gewicht van een gedicht

Voordat ik hem zag, hoorde ik hem: voormalig Dichter des Vaderlands Komrij. Als een echte Gabriël bracht Gerrit dinsdag een blijde boodschap aan alle beroeps- en hobbydichters. De winnaar van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd krijgt voor het schrijven van één gedicht 10.000 euro én “de mogelijkheid een bundel voor publicatie voor te leggen aan uitgeverij Augustus”. Bovendien wordt de beste inzending samen met de 99 andere in de top 100 gepubliceerd in een speciale bloemlezing.

Je raadt het al: het liefst zou ik onbeperkt mijn “poeetiese” verzen verzenden. Echter, nu ik vrij arm ben, moet ik kiezen (het opsturen kost per gedicht drie euro). Worden het mijn drie regels over mijn ontmoeting met een pissebed? Ga ik voor mijn vijf-strofige liefdesliedje dat is geïnspireerd op de dichtregels van de schrijvers uit een ver verleden die spotten met de epigonen van Petrarca? Ben ik koen en ietwat brutaal en durf ik mijn verzenpaar op te sturen over tongen met die jongen? Of maak ik toch iets nieuws?

Keuzes, keuzen, keuzes.

Ach, wie weet word ik op de valreep, net voor de sluitingsdatum van 1 november, plotsklaps zo stinkend rijk dat ik van gekkigheid niet meer weet waar in mijn bestanden en brein nog ballades, sonnetten en sinterklaasrijmen te vinden zijn waarvan ik het versturen mij zomaar ineens wél vreselijk goed veroorloven kan. Ook best een fijne gedachte eigenlijk. Hoewel… ik zou niet graag in een T-shirt rondlopen met de Twentse tekst: “Was ik moar artistiek in ploats van riek”. Tja, ik ben liever bij leven fantasierijk, dan een in de dood gewoon rijk lijk.

donderdag 16 april 2009

Voorleesvarianten of hoe de ene manier van intoneren+beklemtonen je doet snoepen terwijl de andere ervoor zorgt dat de chocola aan je voorbij gaat

Toen "wij van de Schoondermarks inclusief aanhangsels" dit paasweekend bijna het vragenspel van chocola speelden dat ik voor mijn vaders verjaardag had gemaakt, dacht ik aan de avond waarop wij het originele chocolade-Triviant al correct antwoordend oppeuzelden. Eén chocoladeverpakkingspapiertje van dit speciale feestspel heb ik bewaard en in mijn notitieboek geplakt. Het gaat om wikkel V1116e waarvan de derde vraag door mijn zusje werd opgelezen:
"Bestaat 10%, 30% of 50% van alle gamers uit meisjes?"
Ellens "of" klonk vlak en onbeklemtoond en bij "-jes" ging haar stem omhoog en dus antwoordde ik: "Ja". Unfortunately peanutbutter was het enige antwoord dat werd goedgekeurd dat op een meerkeuzevraag.
Het luidde: 10%.