zondag 14 maart 2010

Kurt Schwitters

Deze week is een Duitser aan wie ik doorgaans niet buitengewoon veel denk zomaar twee keer in mijn hoofd opgekomen: Kurt Schwitters ploep Kurt Schwitters.

Op dinsdag voelde ik de lente en hoorden mijn oren het zangerige 'twie--juh twie--juh'. Het ‘tuiiEe tuiiEe’ dat ik ken uit Schwitters klankgedicht de Ursonate.

Vier dagen later waren de beste man en zijn werk opnieuw op visite in mijn bolletje, nadat ik - per ongeluk en helemaal uit het niets - de naam 'plukje ploink' verzon, bijna een mini-klankgedicht op zichzelf. (Wat ik ermee moet, weet ik niet. Ik kan bij de naam natuurlijk een volstrekt gek project verzinnen of besluiten om twee asielkonijnen te adopteren waarvan het ene nogal plukkerig op me overkomt en het andere behoorlijk ploinkig, maar eh… tja, goh, mwah).

Voor wie ook kennis wil maken met een deel van Schwitters werk, klik op deze link
of (in een versie van Jaap Blonk) op deze of deze.

Om de tekst van het klankgedicht mee te lezen (dat heeft zeker meerwaarde!), open de pagina: http://www.ubu.com/historical/schwitters/ursonate.html
en scroll naar cuarta parte (het vierde deel).

Door op ‘<~ Vorige’ te klikken kom je terug op mijn pagina.

Veel luistergenot!

Geen opmerkingen: